grapenbrade
Middelnederduits
Woordherkomst en -opbouw
- Samenstelling van grapen zn "een driebenige kookpot" en brade zn "gebraden rundvlees"
Zelfstandig naamwoord
- (voeding) een stuk gekruid rundvlees gestoofd in een driebenige kookpot (Duits: Grapen)
Verbuiging
- mannelijk
Schrijfwijzen
Antoniemen
Overerving en ontlening
Verwijzingen
- ↑ gropen-, grapenbrade Schiller, Karl: Mittelniederdeutsches Wörterbuch / von Karl Schiller und August Lübben. - Bremen : Kühtmann [u.a.], erschienen: 1 (1875) - 6 (1881), II G - L. - 1876. - 758 S., pag. 153