goudbrokaat

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

goudbrokaat
Uitspraak
Woordafbreking
  • goud·bro·kaat
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord goudbrokaat
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het goudbrokaato

  1. (textielindustrie) zijdeweefsel met ingeweven figuren en gouddraad
     Te zien zijn relieken in kostbare houders van goud en edelstenen die op het hoogaltaar stonden. Ook bevat de collectie priestergewaden van zijde en goudbrokaat, beelden, kelken en bokalen.[2]
Verwante begrippen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink geraadpleegd op 1 januari 2024 Weblink bron “Duitse Domschat, inclusief kokosnoot, naar Museum Catharijneconvent” (Vrijdag 8 maart 2019, 11:12), NOS