gladiool

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • gla·di·ool
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘knolgewassengeslacht’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1779 [1] [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord gladiool gladiolen
verkleinwoord gladiooltje gladiooltjes

Zelfstandig naamwoord

de gladioolv / m

  1. (plantkunde) Gladiolus sp. op Wikispecies een bolgewas uit de Irisfamilie met zwaardvormige bladen en gekleurde bloemen
  2. dwaas, stommeling
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
93 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen