ging teniet

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ging te·niet
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
tenietgaan

ging teniet

  1. enkelvoud verleden tijd van tenietgaan
    • Ik ging teniet. 
    • Jij ging teniet. 
    • Hij, zij, het ging teniet. 


Gangbaarheid