getrommel
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ge·trom·mel
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van trommelen met het voorvoegsel ge-[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | getrommel | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het getrommel o
- aanhoudend trommelen
- Meer muzikale diepgang was er in de theaterzaal, waar vooral het collectief Max 404 een fantasierijke reis door de tijd ondernam met zwoele hiphop-ritmes, zweverige gitaarflarden en fanatiek getrommel van een oude hippie op een batterij percussie-instrumenten. [2]
- Vandaag wordt er geoefend met die rekentafels. Leerlinge Maartje Boxen wordt naar voren geroepen om de tafel van 5 te oefenen met robot Zora. Een makkie, natuurlijk, voor een leerlinge uit de eerste klas. Zonder aarzelen dreunt het meisje, die haar blonde haren in een paardenstaart draagt, de juiste antwoorden op. 25. 45. 40. 5. Zora maakt een dansje: „Wow, je hebt alles juist geantwoord.” Er wordt luid gejoeld in de klas. Getrommel op de tafels. Gefluit. [3]
Synoniemen
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord getrommel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "getrommel" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[4] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ NRC Jan Vollaard 13 januari 1997
- ↑ NRC Martin Kuiper 14 januari 2016
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be