genoegde

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·noeg·de

Werkwoord

vervoeging van
genoegen

genoegde

  1. enkelvoud verleden tijd van genoegen
    • Ik genoegde. 
    • Jij genoegde. 
    • Hij, zij, het genoegde. 
  2. verbogen vorm van genoegd, voltooid deelwoord van genoegen
vervoeging van: noegen…
verbogen vorm: genoegdee

genoegde

  1. verbogen vorm van genoegd, voltooid deelwoord van noegen

Gangbaarheid