genenspreekuur
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ge·nen·spreek·uur
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | genenspreekuur | genenspreekuren |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het genenspreekuur o
- erfelijkheidsspreekuur van een klinisch geneticus voor mensen die samen kinderen willen krijgen
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord genenspreekuur staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.