gelijkschakelend
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ge·lijk·scha·ke·lend
Werkwoord
vervoeging van: | gelijkschakelen |
verbogen vorm: | gelijkschakelende |
gelijkschakelend
vervoeging van: | gelijkschakelen |
verbogen vorm: | gelijkschakelende |
gelijkschakelend