geelbuikvliegenvanger
Nederlands
Uitspraak
- (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
- geel·buik·vlie·gen·van·ger
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van geelbuik zn en vliegenvanger zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | geelbuikvliegenvanger | geelbuikvliegenvangers |
verkleinwoord | geelbuikvliegenvangertje | geelbuikvliegenvangertjes |
Zelfstandig naamwoord
de geelbuikvliegenvanger m
- (zangvogels) Cryptomicroeca flaviventris een vogel uit de familie van de Australische vliegenvangers (Petroicidae). De soort werd op grond van onderzoek dat in 2012 is gepubliceerd geplaatst in het monotypische geslacht Cryptomicroeca
Hyperoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'geelbuikvliegenvanger' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.