gedupliceerd
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ge·du·pli·ceerd
Woordherkomst en -opbouw
- vervoeging van dupliceren: de stam met omvoegsel ge- -d
Werkwoord
vervoeging van: | dupliceren… |
verbogen vorm: | gedupliceerde |
gedupliceerd
- voltooid deelwoord van dupliceren