gedomicilieerde
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ge·do·mi·ci·li·eer·de
Bijvoeglijk naamwoord
gedomicilieerde
- verbogen vorm van de stellende trap van gedomicilieerd
Werkwoord
vervoeging van: | domiciliëren… |
gedomicilieerde
- verbogen vorm van gedomicilieerd, voltooid deelwoord van domiciliëren
Gangbaarheid
- Het woord gedomicilieerde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.