gebroekt
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ge·broekt
Woordherkomst en -opbouw
- afleiding van broek
stellend | |
---|---|
onverbogen | gebroekt |
verbogen | gebroekte |
partitief | gebroekts |
Bijvoeglijk naamwoord
gebroekt [1]
- een broek dragend
- ▸ De wet werd in 1799 ingesteld door de politiechef van de Franse hoofdstad om het vrouwen te verbieden zich 'als een man te gedragen.' Een uitzondering op de regel kon enkel aangevraagd worden bij het stadsbestuur en werd slechts verleend aan vrouwen die een medische reden konden voorleggen om gebroekt door het leven te gaan. Dat meldt de site van Huffigton Post.[2]
- van een paard dat deze stevige billen heeft
Synoniemen
- [2] welgebroekt
Gangbaarheid
- Het woord 'gebroekt' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "gebroekt" herkend door:
39 % | van de Nederlanders; |
37 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Elise Kuit“Parisiennes in broek overtreden de wet” (28-07-2011), Tubantia
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be