gebosseleerd
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ge·bos·se·leerd
Woordherkomst en -opbouw
- vervoeging van bosseleren: de stam met omvoegsel ge- -d
Werkwoord
vervoeging van: | bosseleren… |
verbogen vorm: | gebosseleerde |
gebosseleerd
- voltooid deelwoord van bosseleren