gasoven
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- gas·oven
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van gas en oven [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gasoven | gasovens |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de gasoven m
- een door gas verhitte oven
- De meeste huishoudelijke ovens waren vroeger gasovens maar tegenwoordig zijn het meestal elektrische ovens
- Alles zal alleen nog maar erger worden: zijn in braille uitgevoerde studieboeken (zoals de gebloemleesde Tachtigers die al enkele meters gangruimte beslaan) worden meegenomen door een in oud-papierhandelende zwerver, bij het aansteken van de gasoven in de keuken van zijn verlaten studentenflat verschroeit hij zijn wimpers en voortdurend is hij van alles kwijt. [2]
Gangbaarheid
- Het woord gasoven staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "gasoven" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ NRC Elsbeth Etty 6 april 2001
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be