gaskraan
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- gas·kraan
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van gas en kraan
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gaskraan | gaskranen |
verkleinwoord | gaskraantje | gaskraantjes |
Zelfstandig naamwoord
- een kraan om de gastoevoer af te sluiten.
- Na het koken werd de gaskraan op het fornuis dichtgedraaid.
Gangbaarheid
- Het woord gaskraan staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.