galvaniseer
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: galvaniseer (hulp, bestand)
Woordafbreking
- gal·va·ni·seer
Werkwoord
vervoeging van |
---|
galvaniseren |
galvaniseer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van galvaniseren
- Ik galvaniseer.
- gebiedende wijs van galvaniseren
- Galvaniseer!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van galvaniseren
- Galvaniseer je?