gadesloeg

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ga·de·sloeg

Werkwoord

vervoeging van
gadeslaan

gadesloeg

  1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van gadeslaan
    • ... dat ik gadesloeg. 
    • ... dat jij gadesloeg. 
    • ... dat hij, zij, het gadesloeg.