frusto
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- frus·to
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | frusto | frusto's |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de frusto m
- (spreektaal) (pejoratief) onzeker persoon die nooit bereikt wat hij wil en zich daar weer over opwindt
- D.M. Thomas is duidelijk een seksuele "frusto" die zijn over sekste wereldbeeld graag op anderen projecteert. [2]
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'frusto' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 6
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 2 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Achtervoegsel -o in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Spreektaal in het Nederlands
- Pejoratief in het Nederlands
- Niet in Woordenlijst Nederlandse Taal