fotoredacteur

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • fo·to·re·dac·teur
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord fotoredacteur fotoredacteurs
fotoredacteuren
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de fotoredacteurm

  1. journalist die bepaalt welke foto's in een krant of tijdschrift worden opgenomen
     In die bus zat Miriam Hyman, een van de dertien passagiers die om het leven kwamen. De 31-jarige freelance fotoredacteur was op weg naar een werkafspraak. Getuigen spraken over de dubbeldekker die "half door de lucht vloog".[1]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 17 november 2023 Weblink bron “Tien jaar na aanslagen Londen: 'Ik moet iets positiefs doen'” (Dinsdag 7 juli 2015, 07:55), NOS