forfalska

Noors

Woordafbreking

• for·fals·ka

Naar frequentie	> 50000

Werkwoord

forfalska

1. verleden tijd van forfalske
2. voltooid deelwoord van forfalske

Schrijfwijzen

• forfalsket

Nynorsk

Woordafbreking

• for·fals·ka

Werkwoord

forfalska

1. onbepaalde wijs, tweede vorm naast forfalske, zie aldaar

Werkwoord

forfalska

1. verleden tijd van forfalska
2. voltooid deelwoord van forfalska

Werkwoord

forfalska

1. gebiedende wijs van forfalska

Schrijfwijzen

• forfalsk
• forfalske

Werkwoord

forfalska

1. verleden tijd van forfalske
2. voltooid deelwoord van forfalske

Werkwoord

forfalska

1. gebiedende wijs van forfalske

Schrijfwijzen

• forfalsk
• forfalske