foerageerden
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- foe·ra·geer·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
foerageren |
foerageerden
- meervoud verleden tijd van foerageren
- Wij foerageerden.
- Jullie foerageerden.
- Zij foerageerden.
- Wij foerageerden.
vervoeging van |
---|
foerageren |
foerageerden