fascineerde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: fascineerde (hulp, bestand)
Woordafbreking
- fas·ci·neer·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
fascineren |
fascineerde
- enkelvoud verleden tijd van fascineren
- Ik fascineerde.
- Jij fascineerde.
- Hij, zij, het fascineerde.
- Ik fascineerde.