familiehotelletje
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- fa·mi·lie·ho·tel·le·tje
Zelfstandig naamwoord
het familiehotelletje o
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord familiehotel
Gangbaarheid
- Het woord 'familiehotelletje' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.