fågeljägares

Uit WikiWoordenboek

Zweeds

Uitspraak
Woordafbreking
  • få·gel·jä·ga·res
Naar frequentie zeldzaam

Zelfstandig naamwoord

fågeljägares

  1. genitief onbepaald gemeenschappelijk geslacht enkelvoud van fågeljägare

Zelfstandig naamwoord

fågeljägares

  1. genitief onbepaald gemeenschappelijk geslacht meervoud van fågeljägare