extirpeerden
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ex·tir·peer·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
extirperen |
extirpeerden
- meervoud verleden tijd van extirperen
- Wij extirpeerden.
- Jullie extirpeerden.
- Zij extirpeerden.
- Wij extirpeerden.
vervoeging van |
---|
extirperen |
extirpeerden