exonereer
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- exo·ne·reer
Werkwoord
vervoeging van |
---|
exonereren |
exonereer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van exonereren
- Ik exonereer.
- gebiedende wijs van exonereren
- Exonereer!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van exonereren
- Exonereer je?
Gangbaarheid
- Het woord exonereer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.