exhorteerde

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ex·hor·teer·de

Werkwoord

vervoeging van
exhorteren

exhorteerde

  1. enkelvoud verleden tijd van exhorteren
    • Ik exhorteerde. 
    • Jij exhorteerde. 
    • Hij, zij, het exhorteerde.