erftwist
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- erf·twist
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van erf zn en twist zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | erftwist | erftwisten |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de erftwist m
- een geschil over een nalatenschap
- ▸ Het grootste deel van de klantenkring, rechtsmisbruik en echtscheidingen, voogdijgeschillen en erftwisten, kwam bij de juridisch medewerkers terecht.[1]
Gangbaarheid
- Het woord 'erftwist' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“1968, De grote eeuw deel 7” (2017), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044633535