enamel

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

enamel
Uitspraak
Woordafbreking
  • ena·mel
Woordherkomst en -opbouw
  • uit het Engels [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord enamel
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het enamelo

  1. email
     De kleuren van de interventiekledij zijn geel en enamel blauw. De kleuren van de ‘Star of Life’ (de bekende zesbenige ster) op de kledij van de medische urgentiediensten wordt eveneens vastgelegd: groen voor verpleegkundigen, rood voor artsen, zilver voor ambulanciers en blauw voor hulpverleners-ambulanciers.[2]
Synoniemen

Gangbaarheid

25 % van de Nederlanders;
28 % van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

  1. enamel op website: Etymologiebank.nl
  2. Bronlink Weblink bron
    say
    “Ambulances en personeel letterlijk in een nieuw jasje” (28/03/2017), De Standaard
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be