emittent

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • emit·tent
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord emittent emittenten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de emittentm

  1. uitgever van aandelen of andere waardepapieren
     Anders gezegd, het is zinvoller dat ze hun portefeuilles spreiden naar andere beleggingsklassen dan dat ze op zoek gaan naar meer rendement zonder rekening te houden met hun eisen betreffende de kwaliteit van de emittenten.[3]
     Deze week kwam de BIS (Bank voor Internationale Betalingen) in het nieuws met een waarschuwing voor oververhitting van PIK obligaties. Dit zijn obligaties waarbij de emittent het recht heeft om de rentebetalingen te verrichten middels uitgifte van nog meer schuld. Voor de kredietcrisis kenden dit soort obligaties een defaultpercentage van 30%.[4]
     Porsche liet maandag tevens weten tegen een overname van de effectenbeurs in Londen door Deutsche Börse te zijn. Vooral in de rol van emittent, uitgever van aandelen of andere waardepapieren, voelt Porsche zich getroffen.[5]

Gangbaarheid

33 % van de Nederlanders;
48 % van de Vlamingen.[6]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. emittent op website: Etymologiebank.nl
  2. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  3. Bronlink Weblink bron “Het draagvlak van de 'grote switch'” (15 mrt. 2013), De Telegraaf
  4. Bronlink Weblink bron
    ERIK BAKKER
    “High yield oververhit?” (12 dec. 2013), De Telegraaf
  5. Bronlink Weblink bron “Porsche haalt meer winst en omzet” (28-02-2005), Reformatorisch Dagblad
  6. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be