elzevier

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • el·ze·vier
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord elzevier elzeviers
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de elzevierv / m

  1. (typografie) benaming voor een klassiek type schreefletters
     Nadat Lechter zichzelf als boekkunstenaar had ontdekt, toonde hij, wanneer hij voor zijn vormgeving op bestaande letterkasten moest terugvallen, een voorkeur voor antiquatypes als romeins en nieuwe elzevier, voor de Bernhard-letter en voor de accidente groteske van drukkerij Berthold.[2]

de elzevierm

  1. zeer fraaie uitgave van drukkerij Elsevier
Schrijfwijzen
  • m: Elzevier (wellicht per abuis in de officiële spelling van 2006 tot 2015)

Gangbaarheid

69 % van de Nederlanders;
50 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. elzevier op website: Etymologiebank.nl
  2. Bronlink geraadpleegd op 8 september 2021 Weblink bron
    Klaus Siegel
    Een schreefloze letter uit 1897 in: De Gids., jrg. 156 nr. 4/5 (april/mei 1993), Meulenhoff Nederland, Amsterdam, p. 379
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be