dyslectisch
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: dyslectisch (hulp, bestand)
Woordafbreking
- dys·lec·tisch
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van het Griekse 'lexis' (het spreken) met het voorvoegsel dys-
- afgeleid van dyslexie met het achtervoegsel -isch
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | dyslectisch | dyslectischer | |
verbogen | dyslectische | dyslectischere | |
partitief | dyslectisch | dyslectischers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
dyslectisch
Gangbaarheid
- Het woord dyslectisch staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "dyslectisch" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be