doorzaagden
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: doorzaagden (hulp, bestand)
Woordafbreking
- door·zaag·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
doorzagen |
doorzaagden
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van doorzagen
- ...dat wij doorzaagden.
- ...dat jullie doorzaagden.
- ...dat zij doorzaagden.
- ...dat wij doorzaagden.