doorvroegen

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • door·vroe·gen

Werkwoord

vervoeging van
doorvragen

doorvroegen

  1. (in een bijzin) meervoud verleden tijd van doorvragen
    • ...dat wij doorvroegen. 
    • ...dat jullie doorvroegen. 
    • ...dat zij doorvroegen.