doorsnijd
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- door·snijd
Werkwoord
vervoeging van |
---|
doorsnijden |
dóórsnijd
- (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorsnijden
- ... dat ik dóórsnijd.
vervoeging van |
---|
doorsnijden |
doorsníjd
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorsnijden
- Ik doorsnijd.
- gebiedende wijs van doorsnijden
- Doorsnijd!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorsnijden
- Doorsnijd je?