doormodderden

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • door·mod·der·den

Werkwoord

vervoeging van
doormodderen

doormodderden

  1. (in een bijzin) meervoud verleden tijd van doormodderen
    • ...dat wij doormodderden. 
    • ...dat jullie doormodderden. 
    • ...dat zij doormodderden.