doorlinkt
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- door·linkt
Werkwoord
vervoeging van |
---|
doorlinken |
doorlinkt
- (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorlinken
- ... dat jij doorlinkt.
- (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorlinken
- ... dat hij doorlinkt.