doorklikt
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- door·klikt
Werkwoord
vervoeging van |
---|
doorklikken |
doorklikt
- (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorklikken
- ... dat jij doorklikt.
- (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorklikken
- ... dat hij doorklikt.