doña
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- do·ña
Woordherkomst en -opbouw
- uit het Spaans
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | doña | doña's |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de doña v
- adellijke Spaanse dame
- ▸ Het overlijden van de koningin voerde vandaag de boventoon in de Belgische media. Die typeren haar onder meer als kinderloze koningin en als een doña (Spaanse dame) aan het Belgische hof. Fabiola was afkomstig uit de Spaanse adel en was net als wijlen koning Boudewijn vroom rooms-katholiek.[1]
Gangbaarheid
- Het woord doña staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "doña" herkend door:
31 % | van de Nederlanders; |
29 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Week van nationale rouw in België om koningin Fabiola” (06-12-2014), Tubantia
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be