districtbewoner

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • dis·trict·be·wo·ner
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord districtbewoner districtbewoners
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de districtbewonerm

  1. persoon die in een bepaald district woont
     District bewoners met een betalingsachterstand van minstens twee maanden mogen zich erop voorbereiden dat de EBS vanaf maandag zal beginnen om ook hun "ter stond" af te sluiten.[1]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 8 december 2021 Weblink bron
    De Ware Tijd
    “EBS pakt districtbewoners vanaf maandag strakker aan” (26-07-2019)