discriminatoir

Uit WikiWoordenboek


Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • dis·cri·mi·na·toir
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen discriminatoir discriminatoirder discriminatoirst
verbogen discriminatoire discriminatoirdere discriminatoirste
partitief discriminatoirs discriminatoirders -

Bijvoeglijk naamwoord

discriminatoir

  1. onderscheid makend
     Eerder vandaag riep PvdA-lid Terphuis de fractie op tegen een illegalenquotum te stemmen. In een brief aan de fractie noemde hij het instellen van een quotum dat specifiek gericht is op het oppakken van ongedocumenteerde vreemdelingen "discriminatoir".[1]
     De christelijke partijen SGP, ChristenUnie en CDA zijn fel tegen het wetsvoorstel. Zij vinden dat ambtenaren de ruimte moeten houden om hun geweten te volgen. "Dit is discriminatoir ten opzichte van mensen die een andere mening zijn toegedaan over het huwelijk", zei CDA-Kamerlid Keijzer, "terwijl het voorstel juist poogt om discriminatie tegen te gaan".[2]


Synoniemen

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 12 december 2022 Weblink bron “PvdA steunt "illegalenquotum"” (Dinsdag 26 november 2013, 18:42), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 12 december 2022 Weblink bron “Brede steun wet weigerambtenaar” (Woensdag 29 mei 2013, 13:52), NOS