diplomaatje
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: diplómaatje (hulp, bestand)
- Geluid: diplomáátje (hulp, bestand)
Woordafbreking
- di·plo·ma·tje (van diploma)
- di·plo·maat·je (van diplomaat)
Zelfstandig naamwoord
het diplomaatje o
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord diploma
Zelfstandig naamwoord
het diplomaatje o
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord diplomaat