dienstdeed
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: dienstdeed (hulp, bestand)
Woordafbreking
- dienst·deed
Werkwoord
vervoeging van |
---|
dienstdoen |
dienstdeed
- (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van dienstdoen
- ... dat ik dienstdeed.
- ... dat jij dienstdeed.
- ... dat hij, zij, het dienstdeed.
- ... dat ik dienstdeed.