diamantzalm
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: diamantzalm (hulp, bestand)
- (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
- di·a·mant·zalm
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van diamant zn en zalm zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | diamantzalm | diamantzalmen |
verkleinwoord | diamantzalmpje | diamantzalmpjes |
Zelfstandig naamwoord
de diamantzalm m
- (straalvinnigen) Moenkhausia pittieri een straalvinnige vissensoort uit de familie van de karperzalmen (Characidae ). De wetenschappelijke naam van de soort is voor het eerst geldig gepubliceerd in 1920 door Eigenmann
Hyperoniemen
- karperzalmachtigen, meervallen en karperachtigen, beenvissen, straalvinnigen, beenvisachtigen, gewervelden, chordadieren, dieren
Gangbaarheid
- Het woord 'diamantzalm' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.