detoxen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- de·toxen
Woordherkomst en -opbouw
- uit het Engels
Werkwoord
detoxen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
detoxen |
detoxte |
gedetoxt |
zwak -t | volledig |
- (medisch) in de natuurgeneeskunde gebezigde term voor het intern reinigen van het lichaam van afvalstoffen of gifstoffen
- Kim Kardashian kreeg een wagonlading kritiek van medici over zich heen toen ze in mei van dit jaar een lolly promootte die je hongergevoel onderdrukt. Ze deelt wel vaker berichten over dieetproducten via sociale media, want ze heeft een deal met Flat Tummy Co. Kardashian promoot detoxen. [1]
- Op vakantie wordt er veel en vaak ook ongezond gegeten en dat heeft zijn effecten op het lichaam. Hierdoor hebben sommigen de plotselinge noodzaak om zich te ontgiften en een hele dag te overleven door op wortels te knabbelen. Want detoxen is in, maar heeft het ook écht zin? [2]
- tot rust komen na een zeer drukke periode
- ,,Wie president is geweest, gaat gewoonlijk eerst even detoxen, en komt daarna vaak in het lezingencircuit terecht." Aan het woord is Hans Janssen van DenkProducties, de man aan wie we te danken hebben dat Obama voor het eerst sinds zijn aftreden voet op Hollandse bodem zet. [3]
Synoniemen
Zelfstandig naamwoord
de detoxen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord detox
Gangbaarheid
- Het woord detoxen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Tubantia Ellen den Hollander 27-07-18 Waarom we dieetadvies van sterren opvolgen (ook als die waardeloos zijn)
- ↑ Tubantia Liesbeth De Corte 07-08-18 Feiten en fabels over detoxen: wel of niet doen na je vakantie?
- ↑ Tubantia Marleen Luijt 28-09-18 Obama is in Nederland, dit is wat we van hem kunnen leren
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 7
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Werkwoord in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-t) in het Nederlands
- Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands
- Medisch in het Nederlands
- Zelfstandignaamwoordsvorm in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal