desinvesteer
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- des·in·ves·teer
Werkwoord
vervoeging van |
---|
desinvesteren |
desinvesteer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van desinvesteren
- Ik desinvesteer.
- gebiedende wijs van desinvesteren
- Desinvesteer!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van desinvesteren
- Desinvesteer je?