deserteerden
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- de·ser·teer·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
deserteren |
deserteerden
- meervoud verleden tijd van deserteren
- Wij deserteerden.
- Jullie deserteerden.
- Zij deserteerden.
- Wij deserteerden.
vervoeging van |
---|
deserteren |
deserteerden