dereguleerden
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- de·re·gu·leer·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
dereguleren |
dereguleerden
- meervoud verleden tijd van dereguleren
- Wij dereguleerden.
- Jullie dereguleerden.
- Zij dereguleerden.
- Wij dereguleerden.
vervoeging van |
---|
dereguleren |
dereguleerden