departementaal
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: departementaal (hulp, bestand)
- IPA: /ˌdepɑrtəmɛnˈtal/
Woordafbreking
- de·par·te·men·taal
Woordherkomst en -opbouw
- van Frans départemental, op te vatten als afgeleid van departement met het achtervoegsel -aal
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | departementaal | departementaler | departementaalst |
verbogen | departementale | departementalere | departementaalste |
partitief | departementaals | departementalers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
departementaal
- van of door een departement (afzonderlijk onderdeel waarin een groter gebied of een grotere organisatie is verdeeld)
- van of door een ministerie
- van of door een regionale bestuurseenheid in franstalig gebied
- voor wat betreft de indeling in departementen
Antoniemen
- [1.1] interdepartementaal (wanneer het beeld bestaat dat ministeries elkaar tegenwerken)
Gangbaarheid
- Het woord departementaal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.