denderende
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: denderende (hulp, bestand)
Woordafbreking
- den·de·ren·de
Werkwoord
vervoeging van: | denderen |
denderende
- verbogen vorm van denderend, het onvoltooid deelwoord van denderen
Bijvoeglijk naamwoord
denderende
- verbogen vorm van de stellende trap van denderend
- ▸ 'Er zit me nog iets dwars, Jeroen. Om je de waarheid te zeggen, spookt dit al heel lang door mijn hoofd. ' Niet bepaald een denderende opening, dacht ze.[1]